Met het gezin op fietsvakantie? Heerlijk! En dat kan ook perfect in eigen land. Lotte en Koen fietsten voorbije zomer de Vlaanderenroute en de Maasroute. Hun sportieve kinderen Douwe (10), Jule (8) en Jomme (6) fietsten dapper met hen mee. Geniet mee van hun fietsavontuur en laat je inspireren door hun kindvriendelijke tips.
“Officieel bestaat de Vlaanderenroute al een tijdje niet meer”, vertelt Lotte. “Dus hebben we die via de fietsknooppunten gereconstrueerd. We vertrokken van bij ons thuis in Mechelen en fietsten door naar Lier, Wechelderzande, Arendonk, Mol, Kaulille en Maaseik.”
“Daar kwamen we op de Maasroute. Die volgden we dan via de knooppunten tot Luik. We namen de trein tot Namen en fietsten uiteindelijk verder langs de Maas tot Dinant. Reken er enkele rustdagen bij en je klokt af op een fietsvakantie van zo’n 300 kilometer op 18 dagen. Perfect voor het gezin!”
Een dikke twee weken fietsen – helaas met heel wat rotslecht regenweer – is voor kinderen best een uitdaging. Hoe pakten Lotte en Koen het aan? Ze geven enkele gezinsvriendelijke tips.
Tip #1: Maak van fietsen een gewoonte
“Het is niet de eerste keer dat we op fietsvakantie gaan. Bijna 10 jaar geleden fietsten we van het Theaterfestival van Den Haag naar Theater Aan Zee in Oostende. Met Douwe, die toen één was, in een fietskar achterop. Zo kon hij er meteen aan wennen. We trokken vorig jaar ook vijf dagen door Vlaanderen, met Jomme op het fietsstoeltje. En uiteraard fietsen we het hele jaar door.”
Tip #2: Blijf flexibel in afstand en tijd
“Door het slechte weer bleven we soms wat langer in de tent tot het weer eindelijk opklaarde. Dat kan natuurlijk alleen als je de dagetappes op voorhand niet te lang maakt. Wanneer we zagen dat onze kinderen wat vermoeid begonnen worden, lasten we ook een rustdag in. We boekten daarom onze campings niet allemaal op voorhand, zo konden we heel flexibel blijven.”
Tip #3: Overnacht eens in iemands tuin
“Het is niet altijd makkelijk om een mooie camping te vinden dichtbij de route. Gelukkig bestaat de app ‘Welcome to my Garden’: een soort Airbnb voor tuinen. Zo kan je je tent opslaan in de tuin van particulieren. Op de app lees je dan of er faciliteiten zijn zoals een douche, huisdieren of misschien wel een zwembad. We hebben daar heel fijne ervaringen mee.”
Tip #4: Mopjes en motivatie op de fiets
“Er zijn veel makkelijke trucjes om je kinderen te motiveren. Douwe had de nummers van de knooppunten op zijn fiets plakken, zodat hij de route mee kon volgen. En Jomme was soms het hondje. Als we die zo aanspraken, konden we hem motiveren om eender wat te doen. Op een bepaald moment waren we ook allemaal wagonnetjes. Dan voerden we onze gesprekken: ‘wagonnetje Lotte aan wagonnetje Jomme, alles oké?’ Onnozel maar dat werkte echt!”
Tip #5: Verrassingen onderweg
“Er valt heel wat moois te beleven onderweg! Die zorgen altijd voor leuke verrassingen. Wanneer we een paard zagen in de wei, stopten we even om die te aaien. Of we vonden plots een toffe picknickplek, we pauzeerden aan een ijsjeskraam voor een hoorntje met twee bollen en we aten een stuk rijsttaart toen het heuvelachtig begon te worden – want dat eten de echte renners ook. Die kleine dingen maakten de tocht eens zo gezellig.”
Tip #6: Minimum aan bepakking
“Met een gezin op vakantie, dan moet je heel wat meesleuren. Toch probeerden we de bepakking tot een minimum te beperken. Koen en ik trokken allebei een fietskar met daarin ons kampeermateriaal, wat kookgerei en kleren. De karretjes hadden we geleend van mijn broer en van vrienden. Douwe en Jule hadden ook gerief op hun bagagedrager. En vooraan aan mijn stuur had ik een zakje voor spullen waar ik snel aan kon. Voor de rest was het back to basics. We namen geen schermpjes of elektro mee, onze kinderen konden perfect spelen met gevonden steentjes, takken of water van een riviertje.”
Tip #7: Geniet van de goedheid van mensen
“Waar we ook kwamen, we troffen alleen maar lieve mensen. Toen we wilden vertrekken, vonden we het gespje van de helm van Jule niet meer, onze buurman gaf ons het zijne. Op een camping liep Jomme pardoes tegen een slagboom aan, en viel hij met zijn hoofd op de steentjes. Direct naar Spoed natuurlijk. De dag erop bood echt iedereen op de camping hem drankjes en koekjes aan, voor beterschap. Zo mooi! Kinderen maken snel contact met anderen, leuk om ‘s avonds in een tuin, een camping of een jeugdherberg andere mensen te leren kennen.”