Fietsen: kinderspel? Echt wel! Laat je kroost op jonge leeftijd kennismaken met de fiets en kweek een liefdesband voor het leven. Je kinderen vinden het superleuk, krijgen de broodnodige beweging en doen korte verplaatsingen zelf. Samen sparen jullie het milieu én jullie centjes, want je laat de auto aan de kant staan. Bezorgd om je kleintje op de fiets? Met deze tips vertrekken jullie met een gerust hart.
DAT IS GEEN KLEIN VERSCHIL.
1. Met je mini op stap? Kies het juiste kinderzitje
- Zolang je baby zijn hoofdje niet zelf rechtop kan houden (tot ongeveer 3 maanden) neem je hem beter niet mee op de fiets.
- Tussen 3 en 6 maanden bevestig je een maxicosi met een speciale drager op de fiets.
- Kan je uk zelfstandig rechtop zitten (tussen 6 en 12 maanden)? Tijd voor een kinderzitje!
- Fietszitjes vooraan op de fiets dragen tot 15 kg (ongeveer 3 jaar oud), achteraan tot 22 kg (ongeveer 5 jaar oud). Let op: iemand op de bagagedrager of achteraan in amazonezit vervoeren, is verboden!
- Fiets je met kinderen? Zet dan je zadel niet te hoog, zodat je vlot met je voeten aan de grond kunt. Check altijd of je remmen goed werken en fiets in een matig tempo.
2. Zit iedereen? Zorg voor stevige zitplaats in bakfiets of fietskar
Plant jij je kinderen liever in een bakfiets of fietskar? Goed idee: daarin zitten ze nog net iets veiliger. En als ze toch zouden vallen, is dat van veel lager.
- In een fietskar kun je 1 tot 2 kinderen kwijt (tot ongeveer 7 jaar). Je legt er bovendien vlot lange afstanden mee af. Een fietskar is veiliger dan een bakfiets omdat de kar bij een botsing wegschuift in plaats van om te vallen. En je kroost zit er droog en beschut in.
- In een bakfiets neem je 1 tot 4 kindjes (tot ongeveer 7 jaar) mee. Een bakfiets is iets onstabieler waardoor de kinderen schokken harder voelen. Daarom zijn ze niet zo geschikt voor te kleine baby’s.
- Gesp je deugnieten goed vast en zorg altijd voor aangepaste zitjes. Een babyschelp of baby-autozitje voor de kleinsten. Een peuterzitje of extra hoofdsteun voor oudere kinderen.
3. Mee met mama of papa? Samen trappen met de aanhangfiets!
Wil je graag langere fietstochten maken, maar is je kind nog niet opgewassen tegen té veel kilometers? Haak dan een aanhangfiets vast aan jouw fiets. Zo trapt je kleine compagnon mee wanneer hij daar zin in heeft. En kan hij zijn voetjes laten rusten bij een steile helling, druk verkeer of energiedipje. Schaf je jezelf een aanhangfiets aan?
- Let er dan op dat het kinderzadel goed is afgesteld – zodat je kind met zijn voetjes aan de grond kan.
- Kijk af en toe om en hou je peuter bij de les: praat ermee, verzin liedjes voor onderweg, … Anders verslapt zijn aandacht snel.
- Overschrijd het maximumgewicht van het systeem niet.
- En zorg ervoor dat je gezien wordt met een fietsvlaggetje en fluohesjes.
4. Klaar voor een eigen fiets? Laat je kind testen
Popelt je zoon of dochter om zelf aan het stuur te zitten? Neem je kind dan zeker mee naar de winkel om de fiets te kiezen. En zorg voor een kader dat afgestemd is op zijn of haar lengte.
- Meestal is een eerste fietsje een 12 inchmodel (voor een kind tussen 92 en 104 cm).
- Laat je kind ook even rondrijden en check of het de remmen vlot kan bedienen. Want soms staan die te ver en kunnen kleine handjes er maar moeilijk bij.
- Twijfel je? Fietsen Jurgen geeft je graag raad.
5. Lichtjes op? Rijden maar!
Voor dag en dauw naar school? Of ’s avonds bij het vallen van de duisternis terugkeren? Verzeker jezelf ervan dat de kinderfiets veilig is uitgerust. Verplicht zijn:
- wit of geel licht vooraan en rood licht achteraan voor ’s nachts (knipperlichtjes zijn toegestaan)
- goed werkende remmen (één vooraan, één achteraan)
- correct functionerende bel
- witte reflector vooraan
- rode reflector achteraan
- gele of oranje reflectoren aan elke zijde van elke pedaal
- witte reflecterende strook aan weerszijde van elke band en/of minstens twee gele of oranje reflectoren op elk wiel.
6. Helm voor je schelm? Kies wijs
Een helm kan veel onheil voorkomen bij een ongeval. Gesp je kind dus altijd een exemplaar om dat is goedgekeurd volgens de Europese norm CE EN 1078. Laat hem of haar sowieso passen in de winkel.
- Beweegt de helm als je kind zijn hoofd schudt? Of spant hij te veel? Pas dan de riempjes aan of ga voor een andere maat.
- Hoe feller de kleur van de helm, hoe beter trouwens. Laat je kind dus maar eens lekker gek doen. Met een helm die ze zelf mooi vinden, bespaar je jezelf heel wat minuten overtuigingskracht ’s morgens.
- Kies meteen ook een bijbehorend vrolijk fluohesje met reflecterende elementen. Denk ruim, want het hesje moet tijdens de winter soms over jas en boekentas.
7. Samen naar school? Leg de weg veilig af
Gaan jullie voor het eerst samen de weg op? Stippel dan op voorhand een veilige route uit en oefen al eens voor de eerste schooldag. Zo voelt je pagadder zich zekerder.
- Rij in het begin het best links van je kind.
- Tegenligger? Ga dan even achter je kind fietsen.
- Heeft je kind wat meer ervaring? Dan kun je er altijd achter fietsen.
- Maak duidelijke afspraken – bijvoorbeeld: “Als ik ‘stop’ roep, stop je meteen en blijf je aan de kant staan”.
- Motiveer je kind onderweg regelmatig en geef nadien tips voor wat beter kan.
Ziezo, met deze basistips zijn je dreumes en jij klaar om op de trappers te stappen. Fietsen Jurgen wenst jullie een vrolijk en veilig schooljaar.